Marten Ypma Emmeloord update:13-07-04
Marten
Ypma
Ik denk dat ik een jaar of 12-13 was toen ik voor het eerst, zij het onbewust, met de Wankel geconfronteerd werd. Toentertijd kon je na het opsturen van drie wikkels autodrop in het bezit komen van een poster met daarop de Mercedes C-111. Nu was snoepen in deze tijd nog wel verantwoord, dus die wikkels had je zo! Na een aantal weken hing de super-auto dan ook boven m'n bed. Ongemerkt raakte het virus los van het papier en kwam via mijn luchtwegen in m'n hersens terecht, om daar vervolgens in slaap te vallen. Toen we een paar jaar later verhuisden, verdween de poster... Na de brommertijd (voor sommige lezers ten spijt: géén quickly's!) diverse auto's bereden. En nog steeds géén NSU. Totdat ik in gesprek kwam met een plaatselijke garagehouder, het virus rekte zich uit... Na een aantal sterke verhalen, kwam het gesprek op de Ro 80. "Natuurlijk verkoop ik die niet, of je moet al flink geld bieden", was zijn antwoord. Het virus begon nu echt wakker te worden en rende door m'n bovenkamer. De motor was defect, maar hij wist nog wel een iemand die een goed exemplaar had liggen. Om het lange verhaal nog langer te maken, de bankrekening werd geplunderd en het naar honger snakkende virus gevoerd. Op ons transportbedrijf een ruimte gecreëerd van waaruit de transplantatie kon beginnen. Dat sommige olieleidingen tot onder je oksels leeg lopen neem je dan voor lief. Na het leeg peuteren van de machinekamer naar Friesland getogen alwaar we een geklutste klokkenmaker verlosten van een volgens hem zéééééér bruikbare motor, voor heel weinig pecunia! Enfin, huiswaarts getogen en in de kale ruimte laten zakken die hiervoor bestemd is. De elektriciteit werd omgebouwd van 2-bougie naar 4-bougie, van alles dubbel, bobines etc., maar het is te doen! Het dient vermeld te worden dat ik toen enorm geholpen ben door 'Rooje Jos', een stagiair van de HTS. Na deze operatie dient men in het voertuig plaats te nemen en de auto te starten, middels het omdraaien van de contactsleutel. Het publiek is dan inmiddels volop toegestroomd. Alle lagere diersoorten die zich op dat moment achter het voertuig bevonden lieten terstond het leven vanwege de enorme uitstoot! Ook het publiek kon ik niet meer ontwaren, met veel kabaal (ik meende zelfs dat er op mij werd geschoten!) zette de auto zich in beweging. Het ging iets langzamer dan stapvoets, meen ik mij te herinneren. Wat we daarna ook probeerden, het werd er allemaal niet beter van. Het virus uitte zich door met straaltjes van m'n gezicht te lopen. Toen had ik zoiets van: "Was maar doorgelopen!". De stemming werd er niet beter op zodat we de auto op handkracht in z'n hok hebben geduwd. Time Out!!! Na een aantal telefoontjes kwam ik in contact met Gert Jan Bakker van de NSU club. We schrijven dan 1985! Hij bood aan om te komen kijken en ons bij de problemen te helpen. Na een grondige inspectie kwam hij tot de conclusie dat de door ons met veel zorg ingebouwde motor in zijn vorige leven de geest had gegeven... We waren dus bedonderd door...juist ja, die geklutste klokkenman! Ben hem laatst nog tegen gekomen in de Notre Dame... De lol was er een beetje af en de Ro vond een nieuwe vriend. Na een aantal maanden van louter rust, begonnen m'n hersens toch weer te kriebelen: het virus had honger en ik geen voer. Er moest iets gebeuren! Na overleg met Gert Jan Bakker werd besloten het land in te trekken, op zoek naar een geschikte Ro 80. Wat je dan allemaal niet tegenkomt! Met dakleer beklede koffer- en motorruimtes voor de geluidsisolatie, zo vertelde de eigenaar, belopen daken, perfecte motoren met de kracht van een bejaarde! Hoedt u hiervoor, laat u niet misleiden zoals ik.... Na vele tochten kwamen we in Den Haag een Ro 80 op het spoor die zoals de advertentie beweerde in showroom staat zou zijn. Wij erheen, op het eerste gezicht en met gepaste afstand kwam het in de buurt van wat wij zochten. De doorslag gaf het extra meegeleverde wankelhart, wat recentelijk was gereviseerd. Daar ik van de vorige poging had geleerd dat verkopen de snelste manier was om eraf te komen, had ik in gedachten het besluit genomen dat als het mis dreigde te lopen de hele auto te gaan restaureren. Het voertuig 14 dagen later opgehaald en op eigen kracht naar Emmeloord gereden: het virus genoot. En ik ook!!! Nadat ik ontdekt had dat ik de vijfde eigenaar werd, was het snel duidelijk dat zo'n beetje alle vorige berijders zich met laklagen en plamuur hadden bezig gehouden, zonder het gewenste resultaat. Ik kreeg weer tranen in m'n ogen, dit keer van ontroering: hier moest iets gebeuren! Restaureren was noodzaak! Daar ik dit nog nooit had gedaan ging er een wereld voor mij open: Aspirine, brandzalf, lasogen, afzien, echtelijke ruzies en drank! Het hoort er allemaal bij als je gaat restaureren. En als ie dan in de spuitplamuur staat en er rijdt een bevriende boer met z'n tractor tegen jouw troetelkind aan dan denk je niet wel gl...gxxl..ver.. ,nee beste lezers, het hoort er allemaal bij, je draait je om en begint opnieuw! Als je dan na twee-en-een-half jaar glansrijk door de APK komt, weet je waar je het voor gedaan hebt. Voor m'n virus dat waarschijnlijk nooit meer uit zichzelf weg zal gaan! Ik heb me laten vertellen dat het operatief enige kans van slagen heeft, mits het zich niet te hardnekkig heeft genesteld. Bij mij is die kans welhaast verkeken, want ondanks mijn voorliefde voor de Ro 80 in het misschien voor u bekende oranje (als je een beetje sociaal denkt is daar best mee te leven), ben ik bezig aan m'n derde RX 7! Mocht u na dit verhaal nog vragen hebben (wat ik mij nauwelijks kan voorstellen): ik ben bereikbaar onder tel.nr. 0527 - 618496! |
Mijn oranje Ro staat bij Robbert den Hartog op de brug.
Technische dag in 1994?